Gezond wonen, gezond leven: woningcorporatie Domijn actief in kwetsbare wijken
Buurtgenoten maken nieuwe bewoners wegwijs. Als een buddy zorgen zij voor een zachte landing in de wijk. Met deze experimentele aanpak probeert woningcorporatie Domijn uit Enschede zelfredzaamheid en leefbaarheid te verbeteren in kwetsbare buurten. Het is één van de manieren waarop Domijn probeert bij te dragen aan gezond wonen én leven. Andere manieren zijn een goede samenwerking met andere partijen in de wijk, en een open houding.
Hoe corporaties bijdragen aan gezond wonen
Het praktijkvoorbeeld van Domijn laat zien hoe je als woningcorporatie kunt investeren in gezond wonen en leven. Corporatiewoningen huisvesten relatief veel mensen met een lager inkomen. Deze bewoners kampen steeds vaker met gezondheidsproblemen, eenzaamheid, armoede of ongunstige woon- en werkomstandigheden. Terwijl goed, veilig en gezond wonen belangrijk is voor een gezond leven. Het is dan ook logisch dat gezond wonen inmiddels stevig op de agenda staat. Zeker in kwetsbare wijken en buurten. Om gezondheidsverschillen terug te dringen is een lokale samenhangende aanpak nodig, met een actieve rol van de gemeente. Maar ook woningcorporaties kunnen hieraan bijdragen.
Actieve rol voor kwetsbare en eenzame huurders
Woningcorporatie Domijn ziet zichzelf als katalysator als het om de gezondheid van bewoners gaat. Niet alleen, maar samen met partners en inwoners, willen zij van betekenis zijn in de wijk, zeggen relatiebeheerders Renate Finkers en John Lammers. “We zien dat steeds meer huurders financieel kwetsbaar zijn, of eenzaam”, vertelt Lammers. “Dan kun je als corporatie wel zeggen ‘daar zijn wij niet van’, maar het speelt wel. Veel mensen zien op een gemiddelde dag alleen een pakketbezorger of een van onze medewerkers. Dan gaat het niet alleen om ouderen, ook veel jongeren zijn eenzaam. Dat is triest, maar helaas wel de praktijk.”
Voor een aantal huurders is de maatschappij steeds moeilijker geworden. De leefbaarheid gaat in sommige wijken achteruit. Bewoners zijn teleurgesteld, sommigen hebben weinig vertrouwen in, of zelfs aversie tegen, instanties. “Wij zoeken met partners naar passende antwoorden”, legt Finkers uit. “Wat kunnen we doen aan eenzaamheid, hoe geef je mensen een actieve rol in de buurt? De corporatie staat met de neus vooraan, wij zien veel. Onze professionals komen bij iedereen achter de voordeur, we bespreken welke signalen zij kunnen herkennen en doorgeven. Zo kunnen we met partners naar goede oplossingen zoeken.”
Maatje voor nieuwe huurders in de wijk
In de wijken De Posten en Twekkelerveld schakelt Domijn bijvoorbeeld de hulp in van huurders. Zittende bewoners maken nieuwe bewoners wegwijs. Zij vervullen de rol van een maatje. “Dat helpt bij het landen in de wijk”, vertelt Lammers. “Vroeger regelde zich dat vanzelf, nu niet meer. Dan kun je accepteren dat een wijk achteruit gaat, maar niemand heeft daar belang bij.” Finkers vult aan: “Mensen met problemen worden overvraagd en gaan zich daar naar gedragen. Dat kun je als ‘vervelend gedrag’ benaderen. Maar wij stellen de vraag: welke hulp is nodig? Als professionals moeten we leren vooroordelen los te laten en samen te werken. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde.”
Samen de zelfredzaamheid van bewoners verbeteren
De inzet van buddy’s is slechts een van de experimenten waarmee Domijn de zelfredzaamheid van bewoners wil vergroten. Maar ze kijken ook breder naar hun rol op het gebied van gezondheid. En zoeken daarin ook de samenwerking met andere partijen in de buurt. “Steeds minder mensen zijn in staat mantelzorg te verlenen. In combinatie met langer zelfstandig thuis wonen en een toenemend aantal mensen met dementie, is dat een zorgelijke ontwikkeling. Daar moet je met elkaar op een andere manier naar kijken: hoe kunnen we het wél organiseren? Samen krijg je meer voor elkaar”, benadrukt Lammers. “We gaan uit van wat mensen zelf kunnen. We willen niet bemoederend overkomen naar onze huurders. Maar er is een groep, die zichzelf niet kan redden.” Finkers: “Die mensen kunnen vaak de hulpvraag niet verwoorden en komen dus niet met een heldere vraag bij het wijkteam. Als iemand heel veel overlast veroorzaakt, dan moet je dat interpreteren als een hulpvraag. Dat vraagt om verdieping en samenwerking. Want wij zijn er ook voor die mensen.”
Samen aanpakken met WoonStAP
WoonStAP is een samenwerking tussen de drie Enschedese woningcorporaties en SJHT (jongerenhuisvesting), de gemeente Enschede en de maatschappelijke opvang.
“We verhuren niet zomaar een woning aan iemand die te maken heeft met schulden, overlast of hennep”, legt Lammers uit. “Waar dit soort problemen in het verleden het onmogelijk maakte te huren, zoeken we nu naar de oorzaken van de huisvestigingsproblematiek. WoonStAP zoekt met de woningzoekende, de zorgaanbieder en de woonconsulent naar de oorzaken, maar vooral naar de aanpak ervan. We maken afspraken met de bewoner: hoeveel ga je aflossen, welke hulp is nodig, en welke voorwaarden zijn er om te mogen huren?”
Gemeente geeft ruimte om te experimenteren
Voor dit soort aanpakken is het nodig om lokaal te durven experimenteren, leren en door te ontwikkelen. Niet vanuit het budget, maar veel meer vanuit hoe je het lokaal kan organiseren. Dat vraagt om goede samenwerking met de gemeente. Lammers: “Gelukkig heeft de gemeente Enschede een prettig bestuurlijk klimaat om te durven experimenteren. Daar wordt ruimte voor gegeven door de bestuurders. Dat gaat met vallen en opstaan, het is geen jubelverhaal, maar er gebeuren wel mooie dingen.”