Inspiratie: ‘Stadsreporters’
Mirna Ligthart is filmmaker en storyteller. Als directeur van ‘Stadsreporters’ benut zij het medium film en podcast om een stem te geven aan verhalen en inwoners die minder worden gehoord of betrokken. Stadsreporters zijn (oudere) buurtbewoners die als vrijwilliger films maken om de saamhorigheid en verbinding in de wijk te versterken. Ze gaan de wijk in om filmreportages te maken over plekken, mensen of acties in de wijk die een voorbeeld zijn voor de stad. Deze verhalen brengen plekken en bewoners in beeld die als rolmodel en inspiratie kunnen dienen voor een sociale, diverse, gezonde en duurzame stad. Mirna is tevens editor van de verhalen gemaakt door de Stadsreporters.
Kun je iets meer vertellen over je eigen achtergrond en hoe je tot het initiatief ‘Stadsreporters’ bent gekomen?
Rode draad in mijn loopbaan is dat ik een sterke voorliefde heb voor het vertellen van verhalen. Ik heb hiervoor bijvoorbeeld een stichting opgericht voor filmeducatie. Ik gaf op basis- en middelbare scholen les in filmen en ‘begrijpend kijken’. Het was een tijd waarin ook het begrip ‘mediawijsheid’ opkomende was.
Enkele jaren geleden ben ik als zelfstandige aan de slag gegaan en ben ik gaan samenwerken met Marieke Boon, die veel met senioren had samengewerkt. Ik vond senioren ook een mooie doelgroep om meer mee te gaan doen. Er is veel eenzaamheid onder ouderen maar tegelijkertijd ook een breed aanbod aan activiteiten. We wilden geen nieuwe activiteit bedenken maar vooral bijdragen aan het meer bij elkaar brengen van vraag en aanbod. We richtten toen ‘Buurtblik’ op in Haarlem waar ik toen woonde. Het was een groot succes. Daarna werd het ook in Amsterdam Nieuw West gestart onder de titel ‘Stadsreporters’. Met de reporters hebben we een wekelijkse bijeenkomst en we hebben een mooie plek: het glazen huis op Plein 40-45. Letterlijk een huis van glas, naast de markt. Er komen veel mensen langs; het is heel laagdrempelig en uitnodigend. Onze reportages worden uitgezonden bij Salto tv, een onderdeel van de Publieke Omroep A’dam, waar ook AT5 bij hoort. AT5 is enthousiast over de items die we maken. We zijn aan het verkennen of we een programma kunnen krijgen op hun zender.
We willen de stadsreporters ook als ambassadeurs inzetten richting hun eigen achterban. Dat is voor hun niet vanzelfsprekend hoe ze dat moeten doen. Ze hebben van de OBA (openbare bibliotheek Amsterdam) een sociale media training gekregen, waarbij ze hebben geleerd hoe ze filmpjes kunnen verspreiden. De filmpjes die ze maken kunnen ze nu o.a. via WhatsApp en Facebook delen.
Als het gaat om gezondheid en het terugdringen van gezondheidsverschillen, hoe zie je dat een initiatief als Stadsreporters hieraan bijdraagt?
Als het gaat om de verbinding met gezondheid is het versterken van de mentale gezondheid van senioren in kwetsbare omstandigheden een primaire doelstelling. Het Louis Bolk instituut heeft een onderzoek gedaan naar Stadsreporters in relatie tot positieve gezondheid en leefomgeving. We weten dat eenzaamheid en een gebrek aan sociale cohesie in de wijk enorme effecten heeft op de mentale gezondheid. Ik zit ook in de Kennisalliantie Eenzaamheid Nieuw West met onder meer de VU en de Hogeschool van Amsterdam. Daarin wordt kennis gedeeld over bijvoorbeeld het belang van ‘kleine interacties’ tussen mensen in de wijk: een praatje, groeten, de vriendelijke bejegening. Daarop hebben we met de stadsreporters het initiatief genomen om ‘het virus van de vriendelijkheid’ te verspreiden. De interviewers gingen tijdens de Week van de Eenzaamheid in gesprek met hun buurtbewoners over de vraag of ze wel eens het gesprek aangaan met elkaar en hebben ze een heel leuke reportage gemaakt.
Verder maken we reportages over allerlei plekken in de wijk waar sociale initiatieven worden ondernomen: waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. We hebben ook sport- en dansactiviteiten in de wijk in beeld gebracht maar ook moestuinen etc. Het mooie is dat mensen op een andere manier naar hun omgeving gaan kijken omdat ze ideeën ophalen voor filmpjes. Twee reporters zagen bijvoorbeeld veel winkelwagens in de wijk en toen hebben ze het initiatief genomen om een actie op te zetten om de winkelwagen terug te brengen naar de supermarkt. Anderen wilden een filmpje maken over de bankjes in de buurt en hoe deze worden benut. Mensen worden aangezet om iets te maken en een bijdrage te leveren.
Kun je nog wat meer pareltjes benoemen wat dat betreft; de reportages waar je trots op bent?
We hebben gefilmd bij een sociale plek in de wijk waar mensen samen koken. Daar wordt gebruik gemaakt van een ‘broodvergister’: een apparaat waar je oud brood in kunt doen. In Nieuw West zijn veel moslims en brood weggooien wordt onder hen beschouwd als een verspilling die je moet voorkomen. De vraag was wat je met dat oude brood kon doen. Zij hebben bedacht om een broodvergister te maken. Deze zorgt ervoor dat met behulp van oud brood gas wordt opgewekt. Het brood om de vergister te voeden wordt ingezameld door de bewoners. Het oude brood wordt in water fijngemalen. Daardoor ontstaat een broodpap die in een vergistingsvat wordt gedaan met speciale schimmels die de energie in het brood omzetten in gas. Op dat gas gaan mensen uit de wijk koken en weer brood bakken voor de buurt. Het is een prachtig initiatief omdat het zoveel thema’s bijeenbrengt; het vergroot de samenhorigheid maar gaat ook over duurzaamheid.
Waar ik ook trots op ben is de film over vriendelijkheid; die had veel impact. Zeker ook bij mijn stadsreporters persoonlijk. Stadsreporter Shirley vertelde dat het voor haar zo’n verandering had gegeven in haar leven. Ze is nierpatiënt en voelde zich altijd een beetje kwetsbaar en bang op straat, ook bij mannen met een andere culturele achtergrond. Ze keek altijd naar de grond als ze van A naar B ging. Nu kijkt ze om zich heen, kijkt mensen aan en zegt gedag. Nu weet ze ook dat mensen dat meestal fijn vinden. Nu durft ze dat. Ze heeft een keer een praatje gemaakt met een Turkse Nederlander en het was zo’n leuk gesprek vertelde ze enthousiast. Ze verklaarde heel blij niet meer bang te zijn. Dit zijn lichte, hoopvolle en positieve veranderingen.
De mensen die ik zie, die zich aangesproken voelen zijn vaak mensen die in een soort ’tussentijd’ zitten: zoekenden naar een nieuw evenwicht omdat wat normaal was, niet meer zo is. Veel mensen zeggen ‘het is alsof ik er niet meer toe doe’, ‘er zit niemand op me te wachten’, ‘ik ben alleen maar een last’, ‘wat kan ik nog bijdragen?’ Het nare is dat we vaak ook zo naar ouderen kijken als samenleving. Het feit dat we iets met ouderen samen ondernemen en ook iets doen voor de wijk bestrijdt deze gevoelens bij de senioren en verandert tegelijkertijd het dominante beeld in de samenleving.
Kun je nog iets vertellen over de reacties van inwoners uit de buurt?
De reporters worden herkend op straat en krijgen veel positieve reacties. In heel Nieuw West is er bekendheid; onder bewoners en onder organisaties. Onze activiteiten tijdens de Week tegen Eenzaamheid werden heel goed opgepikt. Er kwam een groot stuk in het Parool en landelijk een interview op Radio1 en een reportage bij Hart van NL.
Kun je ook benoemen wat de uitdagingen zijn voor het project?
Ik zit nu met de organisatie in een fase waarin er heel veel interesse is in Stadsreporters op meerdere plaatsen; Nijmegen, Amsterdam Noord en Zuid Oost maar ook in steden in West Friesland als Hoorn en Enkhuizen. Het is echt aan het groeien. We draaien dankzij subsidies van fondsen die we gelukkig krijgen. Wat ik eigenlijk wil met de stadsredactie in Nieuw West is dat deze echt zelfstandig gaat draaien. We zijn de mogelijkheden daartoe nu aan het verkennen. We bezien wat er aan minimale inzet van ons nodig is. Het succes van dit project is dat de filmpjes professioneel worden gemonteerd. Zonder goede montage bereik je niet de mensen die je wilt bereiken. Dat is de grootste uitdaging: hoe kunnen we dat goedkoper maken en verduurzamen? We zoeken de samenwerking met studenten van Vooruit bijvoorbeeld. Vooruit is een organisatie die woonruimte faciliteert voor studenten. In ruil daarvoor doen ze tien uur per week een soort maatschappelijke dienstverlening. In Nijmegen ga ik een ‘train de trainer’ ontwikkelen. Daar zit een organisatie die heet ‘Beeldbrengers’ en die doet hetzelfde als wat wij doen maar dan met jongeren, in het kader van hun maatschappelijke dienstverlening. De jongeren leren interviewen en monteren. Wij gaan er nu voor zorgen dat deze jongeren de ouderen gaan helpen met het monteren. Zo organiseren we de ondersteuning en de verbinding.
Als je andere gemeenten zou moeten overtuigen om te investeren in zo’n project wat zou je ze vertellen, hoe zou je ze enthousiasmeren?
Het is samen met inwoners, voor inwoners en door inwoners. Je kunt dingen echt op de kaart zetten. We hebben in Nieuw West korte lijntjes met lokale ambtenaren (het project wordt ondersteund door het stadsdeel). Als zij ons vertellen dat de burgemeester naar Nieuw West komt en dat zij in gesprek wil met buurtbewoners, is de vraag of de stadsreporters daar niet bij kunnen zijn. Onze reporter(s) sluiten aan en brengen wat in. Er was een vrouwenmars om aandacht te vestigen op veiligheid van vrouwen in de wijk. Daar hebben ook de stadsreporters in meegelopen. Dus het stadsdeel wijst ons op bijeenkomsten en tegelijkertijd delen zij ook onze films. Het illustreert hoe zo’n initiatief direct bijdraagt aan het betrekken van inwoners die je normaal minder snel zou bereiken. Het project brengt de talenten van de senioren uit de wijk letterlijk in beeld.
Welke toekomstdromen heb je voor de Stadsreporters?
Ik zou het geweldig vinden als dit initiatief echt gaat groeien en er manieren gevonden worden om het verder in te bedden. Ik geloof dat daar ook mogelijkheden voor zijn. Ik weet dat lokale omroepen bezig zijn om streekomroepen te worden. Die hebben ook een publieke opdracht. In Enkhuizen en Hoorn gaan we met die streekomroepen samenwerken en wordt het daar ondergebracht. Dit project is een samenwerking tussen het sociaal en het cultureel domein; zo’n groep wordt sociaal ondersteund maar krijgt ook begeleiding vanuit het vakgebied. De streekomroep werkt met professionals die dit werk als vrijwilliger doen en deze mensen onder hun hoede kunnen nemen. Dat is een verankering. Dan kan je veel meer stemmen laten horen die je nu niet hoort binnen de media. Media zijn vaak erg gericht op sensatie en eerder polariserend dan verbindend. Dit initiatief is positief en gericht op lokale verbinding. Ik lever er graag een bijdrage aan dat dat gaat verspreiden. Daarvoor moeten we wel groeien. Voor mij persoonlijk is de uitdaging om bij te dragen aan de groei en verspreiding zonder een ‘manager’ te worden. Ik word heel blij van werken met zo’n groep en het monteren van zo’n film. Die dingen wil ik ook blijven doen. Het is een balans zoeken: ik zou niet willen dat het te veel protocollen en stappenplannen worden. Als je wilt groeien moet je wel enigszins ‘protocolliseren’ maar de verbinding en de aandacht moet overal de kern zijn én blijven.