Gemeenten moesten voor 30 september hun plannen indienen voor de aanwending van de SPUK-regeling (specifieke uitkering) gekoppeld aan het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Belangrijk doel daarvan is het verkleinen van vermijdbare gezondheidsverschillen tussen inwoners. Pharos, het landelijk expertisecentrum op dit gebied, ondersteunt gemeenten bij deze opgave. Bijvoorbeeld de gemeente Zoetermeer, die voor een integrale aanpak koos en haar netwerk benut om beleid en de behoeften van inwoners beter op elkaar te laten aansluiten.
Om de druk op de zorg te verlichten en de kosten betaalbaar te houden, is preventie belangrijk. Begin dit jaar kwamen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, GGD GHOR, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) overeen, dat het fundament moet vormen onder het preventiebeleid.
‘Gemeenten en partners gaan dat samen uitvoeren,’ vertelt Tom Moons, strategisch adviseur bij Pharos. ‘De uitvoering moet maatwerk zijn, toegesneden op wat er op lokaal niveau speelt. De gemeenten krijgen daar geld voor. Dat gaat grotendeels niet om extra financiering; het zijn bestaande middelen die voor bepaalde thema’s zijn aangevuld en worden gebundeld in de brede SPUK-regeling.’
Vermijdbare verschillen
Eén van de belangrijkste doelen van het GALA is het verkleinen van gezondheidsverschillen. ‘Daarbij gaat het om vermijdbare verschillen,’ zegt Karima Bazi, net als Moons strategisch adviseur bij Pharos. ‘Verschillen in gezondheid zijn er altijd, maar het is belangrijk om te werken aan systemische achterstanden, die ertoe leiden dat mensen in kwetsbare omstandigheden eerder gezondheidsproblemen krijgen en gemiddeld vier tot zes jaar vroeger overlijden.’ Moons: ‘Sinds het begin van de coronapandemie blijkt uit landelijke cijfers dat de gezondheidsverschillen groter worden. Dat maakt dit probleem alleen maar urgenter.’
Hoe versterk je als gemeente de aanpak van preventie en het verkleinen van gezondheidsverschillen? ‘Het begint bij bewustwording,’ zegt Bazi. Bewustwording bij de betrokken instanties en professionals, welteverstaan. Maar ook bewustwording bij inwoners zelf. ‘Deel bijvoorbeeld feiten en cijfers. En, als je plannen maakt, denk dan vanuit de belangen en de leefwereld van de inwoners. Met wie kun je samenwerken, hoe betrek je inwoners erbij, zij we toegankelijk en inclusief genoeg? Hoe communiceer je bijvoorbeeld met mensen die laaggeletterd zijn?’ Moons: ‘Het is ingewikkelde problematiek, waarvoor geen blauwdruk bestaat. Je moet maatwerk leveren, dus is het belangrijk om te weten wat er speelt in de wijken, hoe de sociale basis daar is en hoe je bij de mensen om wie het gaat kunt aansluiten.’
‘Pharos heeft veel ervaring met het ondersteunen van gemeenten in het aanpakken van gezondheidsverschillen,’ gaat Moons verder. ‘Dat deden we de afgelopen tien jaar met ons stimuleringsprogramma GezondIn, waarvoor 155 gemeenten zogenaamde GIDS-gelden ontvingen. Nu kunnen alle gemeenten een beroep doen op onze ondersteuning.’
‘Als je kijkt naar het GALA en de brede SPUK-regeling voor de financiering, dan zie je dat veel gemeenten worstelen met de vraag hoe ze de problematiek integraal kunnen aanpakken. Het GALA en de SPUK-regeling kennen een aantal thema’s. Tegelijkertijd is het nadrukkelijk de bedoeling om juist over de afzonderlijke domeinen heen samen te werken. Dat is ook nodig omdat de achterliggende oorzaken van gezondheidsverschillen samenhangen met problemen in verschillende levensdomeinen, zoals bestaanszekerheid, inkomen, opleiding, leefomgeving en andere factoren.’
Integrale benadering
De gemeente Zoetermeer heeft, met hulp van onder andere Pharos, een integrale benadering gekozen. ‘Het is een proces hoor, we zijn nog bezig’, nuanceert Daniëlle van der Eerden, Senior Netwerkregisseur Sociaal Domein bij de gemeente Zoetermeer, en coördinator GALA en IZA (Integraal Zorg Akkoord). ‘We hebben eerst gekeken welke gemeentelijke afdelingen bij deze problematiek zijn betrokken, vervolgens hebben we mensen die daar werken erbij gezocht, geïnventariseerd wat die allemaal al doen en alles samengebracht. Gezamenlijk hebben we mindmaps gemaakt, onderzocht welke netwerken er precies zijn, met welke partners we kunnen samenwerken en bekeken wie wat doet. Al die input hebben we omgezet in het plan “Integraal werken aan een gezonde stad”. Voor de uitvoering zijn we bezig inwonersparticipatie op te zetten en de doelen om te zetten in concrete acties. We sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij de bestaande netwerken in Zoetermeer. Dat zijn er veel, Zoetermeer kent veel actieve netwerken van professionals en vrijwilligers.’
‘Het uitgangspunt van Pharos, dat we moeten denken vanuit de inwoners, spreekt ons aan. Ook in Zoetermeer begint beleid met het aan inwoners vragen hoe we hun kwaliteit van leven kunnen verbeteren. De overheid denkt vaak vanuit de doelen van het systeem: hoe kunnen we de druk op de zorg verlichten, bijvoorbeeld. Vanuit de enorme uitdaging waar de sector voor staat een logische vraag, maar het zou goed zijn als overheden daarbij steeds beseffen dat het gaat om mensen en hun welzijn. Welzijn is essentieel. Als dat verbetert, vermindert de druk op de zorg vanzelf.’ Daarbij ziet Van der Eerden ook een rol weggelegd voor de zorgverzekeraars. ‘Als het bijvoorbeeld om preventie gaat, richten zij zich traditioneel op het medische domein en niet het sociale domein. Dat is eigenlijk jammer, want die twee hebben invloed op elkaar. Het zou goed zijn als zorgverzekeraars meer in het sociale domein gaan investeren.’
Daniëlle van der Eerden
Tijdsdruk
Integraliteit was niet het enige vraagstuk waarmee Van der Eerden te maken kreeg. ‘De tijdsdruk was hoog. We moesten de deadline voor de SPUK-aanvraag halen, en in onze gemeente was afgesproken dat de plannen door de raad moesten worden goedgekeurd, voordat we ze zouden indienen.’ Dat is gelukt, de aanvraag is tijdig ingediend bij de VNG en heeft een positief advies gekregen. Nu volgt het indienen bij het ministerie, dat de SPUK voor drie jaar goed toe te kennen.
Bazi en Moons benadrukken nogmaals het belang van een integrale benadering en van het betrekken van inwoners. ‘Het is heel goed dat Zoetermeer is begonnen met kijken naar de eigen manier van werken, zo krijg je minder verkokering,’ constateert Bazi. Moons: ‘Deze problematiek biedt gemeenten een mooie ingang om over afdelingen heen samen te werken, en doelen en plannen op elkaar af te stemmen. Onderzoek wat er in je gemeente al bestaat en wat andere gemeenten al doen. Kijk naar de sociale structuren in de wijken en hoe je met bestaande groepen kunt samenwerken vanuit het gemeentehuis.’ Bazi: ‘Als je tot maatwerk komt, rekening houdt met cultuur en stressfactoren, en alles wat je bedenkt toetst aan de leefwereld van inwoners, kun je de kloof tussen de inwoners en de gemeentelijke dienstverlening zo klein mogelijk maken.’