Eén loket en voldoende budget: de kern van inkomenszekerheid in Wageningen

Interview gemeente Wageningen

Hoe de gemeente Wageningen hun domeinoverstijgende aanpak vormgeeft

 

Bestaanszekerheid heeft sinds de VNG-publicatie ‘De winst van het sociaal domein’ in veel gemeenten een plek op de beleidsagenda veroverd. Niet meer dan logisch, want zorg dragen voor bestaanszekerheid is de taak van de overheid. Domeinoverstijgend werken speelt daarin een grote rol en dat besef daalt steeds verder in. Pharos en Platform31 bespraken met gemeenten waar dit al gebeurt – of bijna.

 

 

Gelegen in de Gelderse vallei is de gemeente Wageningen een smeltkroes van wetenschap en gezelligheid, maar zoals overal zijn er ook sociale uitdagingen. Uniek kenmerk van deze gemeente is dat er maar een kleine groep met een middeninkomen is. Er zijn veel hoge en lage inkomens. Voldoende budget om rond te komen én mee te doen in de samenleving vormen de kern van het inkomenszekerheidsbeleid voor de ruim 40.000 inwoners in Wageningen.  We spraken gemeentemedewerkers Rabea Ubachs en Peter van Zoeren erover.

Voor de gemeente Wageningen betekent bestaanszekerheid ‘het op orde hebben van de basisvoorwaarden: een fijn (t)huis, stabiel werk, voldoende voorspelbaar inkomen en kunnen meedoen in de samenleving. Een complexe puzzel, want struggles in het ene leefgebied hebben vaak impact het andere − en vice versa: zo kunnen gezondheidsproblemen de kans op een baan verkleinen, en de daaropvolgende werkloosheid de gezondheid negatief beïnvloeden.

Inkomenszekerheidsbeleid

Werken aan bestaanszekerheid vraagt volgens Ubachs om een brede aanpak: “Op het gebied van schulden, maar ook van werk, wonen, sociale relaties en gezondheid. Inkomenszekerheid staat voorop.” De gemeente is heel ambitieus qua inkomenszekerheidsbeleid, vult Van Zoeren aan. “We willen zorgen dat mensen voldoende mogelijkheden hebben om mee te doen in de samenleving door hun inkomenszekerheid te verbeteren.” Huishoudens die niet zelf in de eerste levensbehoeften kunnen voorzien en niet de middelen hebben om mee te doen in de samenleving worden geholpen door de gemeente.

Om het oude armoedebeleid te herijken heeft de gemeenteraad in 2020 opdracht gegeven om te komen tot een nieuw beleid. Het project herijking armoedebeleid is toen gestart. Monitoring van de doelgroep die gebruik maakt van alle minimaregelingen was de eerste fase van het project. In de armoedemonitor is opgenomen hoe de doelgroep er uit ziet. Dit gaat over de samenstelling van het gezin, maar ook over inkomstenbronnen en leeftijd. Om te kunnen bepalen of een huishouden kan rondkomen, is het Maatschappelijk Meedoen Budget ontwikkeld, een Wageningse invulling van het ‘niet-veel-maar-toereikend-budget’ van het NIBUD en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Er is geld voor de eerste levensbehoeften, maar ook ruimte voor participatie, het meedoen aan de samenleving door te sporten, gebruik te maken van culturele voorzieningen en het hebben van sociale contacten.

Van zes loketten naar één

Naast deze wat technische benadering van hulp bij inkomenszekerheid staat in Wageningen de inwoner zelf centraal. Zo heeft de maatschappelijke organisatie Thuis Wageningen in opdracht van de gemeente onderzocht op welke manier mensen met een tijdelijk laag inkomen benaderd willen worden – en hoe vooral niet. Ook zijn er veel gesprekken geweest met de cliëntenraad: vertegenwoordigers van de Wageningse inwoners die een tijdelijk laag inkomen hebben. “Zij kwamen met een unaniem advies: maak het beleid simpeler; zorg voor één loket met liefst ook één regeling voor alles” Dat advies is opgevolgd: zes loketten met zes verschillende regelingen werden teruggeschroefd naar één loket met drie regelingen.

Ook startte de gemeente een pilot met adviesgesprekken op het gebied van inkomen. Op een neutrale plek in Wageningen en uitgevoerd door professionals. Inwoners meldden zichzelf, werden doorverwezen door interne collega’s die vanuit het sociaal of ruimtelijk domein contacten met inwoners hebben óf door maatschappelijke partners uit het Welsaamnetwerk: een netwerk van zo’n 28 formele en informele partijen die op allerlei onderwerpen in de sociale basis met elkaar samenwerken. “Overal staat het belang van de inwoner centraal en begeleiden we mensen naar een gezonde financiële basis”. Van Zoeren: “Hiervoor gebruiken we voornamelijk instrumenten uit de Participatiewet, zoals een individuele inkomenstoeslag, een premie voor arbeidsinschakeling en het individueel afstemmen van de bijstandsuitkering. Ook baseren we ons op de Gemeentewet voor het minimabeleid. “We denken en doen mee met de deelnemers aan de gesprekken en vermijden de bureaucratische gesprekken zoveel mogelijk.” De insteek is altijd informeel, mensgericht en het gesprek gaat verder dan alleen de financiële situatie. De centrale vraag is: hoe is het met u? Is er direct hulp of ondersteuning nodig op andere terreinen? Een extra tool voor het gesprek is de VoorzieningenWijzer (bij gemeentelijke regelingen, toeslagen, energiecontract en zorgverzekering).

Al met al ontstaat zo een aanpak die nauw aansluit bij het lokale netwerk en bestaande gemeente-initiatieven, legt Ubachs uit. “Is er bijvoorbeeld hulp nodig bij huisvesting, dan is een kort lijntje naar de woningstichting handig.” Dit houdt in dat we voor deze aanpak binnen de gemeente en in het Welsaamnetwerk per domein goed op elkaar aangesloten moeten zijn. We organiseren steeds goede afstemming binnen de gemeentelijke teams, maar ook binnen Welsaam. Door hier aandacht voor te houden, lukt dat inmiddels goed.

De pilot was een succes: de gesprekken zijn nu vast onderdeel van het beleid en er werken vier consulenten Maatschappelijk Meedoen die samen naar verwachting rond de 825 gesprekken per jaar gaan voeren.

Nieuwe uitdagingen in 2025

Op 1 januari 2025 start de gemeente met de nieuwe werkwijze om toe te werken naar een nieuw sociaal minimum voor alle inwoners. Monitoring en evaluatie van alle inzet en ervaringen vormen nieuwe input om het beleid verder door te ontwikkelen. Er zijn daarnaast ook nog een aantal beleidswensen die in 2025 verder verkend worden om het beleid nog dichter bij de inwoner te brengen. Nieuwe uitdagingen zullen zich dan aandienen. Samen met de doelgroep en alle interne en externe verwijzers en professionals gaan we op zoek om deze uitdagingen om te zetten naar oplossingen en antwoorden.

Meer inspiratie

Op zoek naar meer informatie en inspirerende praktijkvoorbeelden over bestaanszekerheid?

Lees meer