Niet over, maar met: Betrek doelgroep bij uitvoering Preventieakkoord
Niemand hoeft dood te gaan door roken. Het is de nummer één te voorkomen doodsoorzaak. Toch overlijden elk jaar meer dan 20.000 mensen in Nederland aan de gevolgen van (mee)roken. Elke week raken honderden nieuwe kinderen verslaafd. En de jaarlijkse zorgkosten als gevolg van roken zijn 2,4 miljard euro. Een groot deel van de rokers komt uit een sociaal kwetsbare situatie. Ze zijn vaak lager opgeleid of hebben een migrantenachtergrond. Zij roken relatief vaker dan anderen. Ook hebben ze meer moeite om te stoppen met roken. Is dat volledig hun eigen verantwoordelijkheid? Is het eigen verantwoordelijkheid zolang je deze mensen niet actief betrekt bij beleid op preventie en ontmoediging? Is het betutteling om die verantwoordelijkheid te delen?
“Je ziet het constant, daarom is het zo moeilijk om een andere weg in te slaan en niet te roken omdat dat beter voor je gezondheid is” – vrouw (29) uit verkenning: Inwoners met een lage SES aan het woord over roken.
Verkenning roken onder mensen met een lage SES
Veel rokers willen graag stoppen. En ze willen zonder uitzondering niet dat kinderen later gaan roken. Dat het voor mensen met een lage sociaal economische status (SES) dan toch zo moeilijk is om niet te roken, ligt niet zozeer aan onwetendheid, of aan koppigheid. Dat blijkt ook uit onze verkenning over roken onder mensen met een lage SES. Veel rokers geven aan dat andere problemen bijdragen aan hun rookgedrag, vooral: stress. “Er speelt veel thuis, in mijn familie. Ook financiële zorgen spelen mee. Meestal rook ik mijn stress weg”, zegt de een. “Roken blaast letterlijk de huishoudelijke zorgen weg als er dingen in het leven tegen zitten,” zegt de ander.
Gezondheidsproblemen zoals deze staan nooit op zichzelf. Om tot oplossingen te komen, juist ook voor de mensen die dat het hardst nodig hebben, moet lokaal worden gekeken naar achterliggende problematiek, zoals stress en schulden. Vanuit de zorg en vanuit gemeenten is zo’n integrale aanpak in het terugdringen van rookgedrag cruciaal. Iets waar Pharos aan bijdraagt door het delen van onze kennis en het stimuleren van gemeenten in de formulering en uitvoering van hun beleid.
Nationaal Preventieakkoord
In dat opzicht lijken de voorstellen in het Nationaal Preventieakkoord, waarvoor we de verkenning hebben uitgevoerd, misschien niet nieuw. Maar we onderschrijven absoluut de ambities die in het akkoord zijn geformuleerd om in 2040 in Nederland een rookvrije generatie te hebben. Een generatie die met gezonde afkeer terugkijkt op de vreemde, vieze rookgewoonten van de generaties voor hen. De ambities in het akkoord kunnen een inspiratie zijn voor lokale doelen en projecten. Door samenwerking tussen de zorg, gemeenten en bedrijven, zoals het akkoord nu voorstelt, kunnen die ambities worden gerealiseerd.
Een belangrijke taak
Ik zie hierin een belangrijke taak voor Pharos. We zijn blij dat we als expert zijn geraadpleegd door de ondertekenaars van het Preventieakkoord, zodat er in het akkoord oog is voor mensen met een lage SES en achterliggende problematiek. We zijn blij dat we hebben kunnen bijdragen aan concrete afspraken die organisaties steunen die zich inzetten tegen roken als doodsoorzaak, ook voor deze mensen. Maar voor mij gaat onze taak verder dan het delen van kennis. Verder dan het ondersteunen van partijen die de ambities van het akkoord uitvoeren, wat we vaak al deden nog voordat het akkoord in de maak was.
Die extra taak in het verwezenlijken van de rookvrije generatie is zichtbaar in onze verkenning: we kunnen het namelijk alleen hebben over mensen in kwetsbare situaties, als we ook met mensen in kwetsbare situaties praten. Als we naar ze luisteren, de juiste vragen stellen. Als we ze regie geven over hun eigen gezondheid door ze actief te betrekken in de zorg, in regelgeving, bij het formuleren van oplossingen, en in (lokaal) beleid.
Mensen aan het woord
Want ook daarover komen mensen in ons rapport aan het woord: welke regelgeving werkt volgens hen preventief voor jongeren; hoe voelen zij zich praktisch en geestelijk gesteund als ze proberen te stoppen met roken; waar hebben zij behoefte aan. Als je ze zeggenschap en verantwoordelijkheid geeft, kunnen ze ook verantwoordelijkheid nemen.
Dit is waar het Preventieakkoord meer dan ooit in kan slagen en waar Pharos graag een schakel in is: integrale samenwerking op lokaal niveau, het landelijk en lokaal delen van kennis én het actief betrekken van de mensen om wie het echt gaat. Pas dan wordt verantwoordelijkheid evenredig gedeeld. Verschil maak je samen.
Lees ook: Schouders onder het preventieakkoord op Pharos.nl